zaterdag 16 november 2013

Echtscheidingswetgeving niet pervers



De bijdrage van Marcel de Haas in de Volkskrant van vrijdag 15 november 2013 over “de perversiteit van de echtscheidingswet” schreeuwt om een pittige tegenreactie en wel hierom.

Volgens De Haas is het leed van de familiedrama’s waarbij de vader zijn kinderen ombrengt en zichzelf veroorzaakt door de liberale echtscheidingswet waarin de rechtsongelijkheid van de man onaangetast blijft. Hier ben ik het niet mee eens.

De Haas geeft aan dat met de bepalingen over partneralimentatie de man wordt gediscrimineerd. Partneralimentatie is een bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van de meest verdienende partner aan de minst verdienende partner na echtscheiding en bestaat, vanwege lotsverbondenheid tussen de partners. Immers, in de meeste huwelijken wordt besloten dat één partner minder gaat werken om meer zorgtaken voor de kinderen op zich te nemen. Deze partner stelt de andere partner in staat om een carrière op te bouwen en om derhalve meer te verdienen en het gezin te onderhouden. Als er vervolgens na enkele jaren wordt gescheiden, zal deze partner nooit meer dezelfde carrière kunnen opbouwen als in de situatie dat hij/zij niet minder was gaan werken. Het is niet meer dan redelijk dat de kostwinner van het gezin dit enkele jaren (maximaal 12 jaar, maar vaak ook korter) compenseert. 

Na een echtscheiding wordt voorlopig geen van de partners er beter op. Met hetzelfde inkomen dienen immers opeens twee woningen te worden betaald. De zorgende partner levert daardoor ook in, net zoals de kinderen. Geen gespreid bedje dus.

Het is in de meeste gevallen nog steeds zo dat de zorgende partner de vrouw is, maar steeds vaker komt ook het omgekeerde voor. Misschien niet in de (SGP-)kringen waarin De Haas verkeert, waardoor hij deze wetgeving -volstrekt ten onrechte- als discriminatoir voor de man bestempeld, maar in de rest van Nederland wel. Daar komt bij dat de man in deze christelijke omgeving het vaak wenselijk vindt dat de vrouw thuis blijft om te zorgen en in het geheel geen carrière op te bouwen. Dan is een hogere partneralimentatie nu eenmaal de prijs die wordt betaald. Hoe kan immers van een vrouw die bijvoorbeeld 15 jaar heeft gezorgd worden verwacht dat zij nog in staat wordt geacht om een inkomen te verwerven dat zo hoog is dat zij tijdens het huwelijk gewend was. De vrouw blijft hiermee na de echtscheiding jarenlang financieel afhankelijk van haar ex-man, hetgeen voor de vrouw ook een onwenselijke situatie is. 



De Haas geeft verder aan dat de vrouw bij scheiding diefstal, vernietiging van eigendommen, belastingfraude en loonbeslaglegging mag plegen waardoor de principes van de rechtsstaat buiten werking worden gezet. Dit blijven strafbare feiten, waarvoor De Haas aangifte had kunnen doen, waarna de politie een onderzoek had kunnen doen. Mogelijk heeft de scheidingsadvocaat van De Haas hem geadviseerd om dit niet te doen. Immers, op elke actie volgt weer een reactie. Tijdens een echtscheiding gaan de ex-partners een rouwproces door waardoor geen van beiden emotioneel gezien in een goede staat verkeert en veelal anders handelt dan dat hij/zij gewoonlijk zal doen. Hier zal –hoe moeilijk dan ook- over en weer begrip voor moeten zijn, om de zaak niet te laten escaleren. Dit in het belang van de kinderen. Immers, de echtscheiding an sich is voor de meeste kinderen nog wel te handelen, maar ruziënde ouders zijn extreem schadelijk voor de ontwikkeling van een kind. Aangiftes van strafbare feiten over en weer dienen dan ook achterwege te blijven.

Volgens De Haas ontstaan de familiedrama’s waarbij de man de kinderen en zichzelf van het leven berooft door haat en hebzucht. Dit lijkt mij niet juist. De meeste mannen in mijn echtscheidings- en mediationpraktijk zijn gefrustreerd omdat zij niet het contact met de kinderen hebben dat zij wensen. Het is een grote opgave om de emoties die tussen ex-partners bij een scheiding spelen (bang, boos, bedroefd) geen rol te laten spelen in de relatie als collega-ouders. Bij zogenoemde vechtscheidingen wordt aan deze emoties geen aandacht besteed, omdat hiervoor in de rechtszaal geen ruimte is. Bij een mediation of overlegscheiding is hier wel ruimte voor.  

1 opmerking:

  1. Ben het er volmondig mee eens dat de essentie/het idee erachter van partneralimentatie volkomen rechtvaardig is. In familiemediation kan wel een en ander glad gestreken worden.

    BeantwoordenVerwijderen